De
levensloop van de Profeet
voor het gezantschap
Vanaf zijn kinderjaren groeide hij op met een gezond verstand
en lichaam. De profeet
had goede karakter- eigenschappen en was het ideale voorbeeld
van wijsheid en ruimdenkendheid. Uitermate welgemanierd en had
een zuivere persoonlijkheid. Hij stond bekend als betrouwbaar,
geloofwaardig, edelmoedig, dapper, rechtvaardig, wijs, ascetisch,
tevreden, zachtaardig, volhardend, dankbaar, bedeesd, getrouw,
bescheiden en oprecht.
De profeet
was verder zoals zijn oom Abutalib hem in een gedicht omschreef:
"De wolken worden verzocht te regenen
door de zuiverheid van zijn gezicht, hij is de schuilplaats voor
de weeskinderen en de beschermer van de weduwen."
Hij onderhield goede banden met zijn bloedverwanten. Hij was
geduldig en viel niemand lastig, hielp wie minder bedeeld waren
totdat ze wat ruimer zaten. Hij was gastvrij en steunde mensen
die bepaalde problemen hadden of een moeilijke periode doormaakten.
Allah, de Verhevene, beschermde hem, stond hem bij en zorgde dat
hij afkeer kreeg van alle fabels en kwaad waarmee de mensen in
zijn stam zich wel bezighielden. Hij heeft ook nooit feestelijkheden
voor afgoden bijgewoond waar beelden voor goddelijk werden verklaard
en heeft nooit gegeten van het geofferde in dit verband. Hij kon
er niet tegen om te luisteren naar de eedaflegging in de naam
van Al-laat en Al'uzza, laat staan het aanraken van die beelden
of de nabijheid daarvan opzoeken. De profeet
heeft altijd afstand genomen van het drinken van alcohol en nooit
onbehoorlijke bijeenkomsten bijgewoond, terwijl veel jongeren
in Mekka elkaar zo regelmatig ontmoetten.
Door de genoemde feiten werd het verschil in denkwijze steeds
groter tussen de profeet
en de mensen van zijn stam. De verdorvenheid en ondeugdzaamheid
die zij verrichtten baarde hem zorgen, hij trok zich steeds meer
terug en verkoos de eenzaamheid terwijl hij zich bezig hield met
de weg die hen zou kunnen redden. Zijn bezorgdheid nam alleen
maar toe, maar ook zijn wil werd sterker en hij werd ouder. Alsof
het iets was dat hem tot die eenzaamheid leidde. Hij begon zich
meer en meer terug te trekken in de Hiraa'e-grot*, hield zich
bezig met het aanbidden van Allah volgens de restanten van de
religie van Ibrahiem, vrede zij met hem. Hij deed dit een maand
per jaar, de maand Ramadan. Zodra deze maand voorbij was vertrok
hij 's ochtends naar Mekka, verrichtte de "tawaaf",
het lopen rond de Ka'bah, en ging daarna naar zijn woning. De
profeet
heeft dit drie jaar lang gedaan. De meeste profeten werden gezonden
zodra zij de leeftijd van veertig jaar hadden bereikt, het is
de leeftijd van volmaaktheid en volwassenheid. Toen de profeet
zelf deze leeftijd had bereikt begonnen de tekenen van gezantschap
en voorspoed aan hem te verschijnen. Wat hij droomde vond later
ook in werkelijkheid plaats, hij zag het licht en hoorde stemmen
en heeft wel eens hierover gezegd:
'Ik herkende nog een steen in Mekka,
die mij begroette voordat ik was gezonden'.
_______________________
* Hiraa'e: Dat was de naam van de huidige
A-noer-berg die op een afstand van ongeveer twee mijlen van Mekka
ligt. De grot ligt links aan de top van de berg. Het is een klein
grot die iets minder dan vier meter lang en ongeveer anderhalve
meter breed is. |