De
tekenen van het afscheid
Nadat de profeet
zijn boodschap had verkondigd en de leidraad aan zijn volk had
overhandigd, begonnen de tekenen van zijn afscheid zich te tonen
in zijn uitspraken en handelingen. In de maand Ramadan van het
jaar 10 hijri bracht hij twintig dagen in afzondering door. De
engel Jibriel, vrede zij met hem, liet hem toen twee keer de Koran
reciteren. De profeet
zei tegen zijn dochter Fatima: ,,Hierdoor zie ik dat mijn laatste
dag nabij is." Hij nam afscheid van Mu'ath en gaf hem een
laatste advies: ,,Oh Mu'ath, misschien ontmoeten we elkaar niet
meer en misschien zul je in de toekomst langs deze moskee en mijn
graf komen." Mu'ath huilde bij het nemen van afscheid. De
profeet
had tijdens de afscheidsbedevaart steeds gezegd: ,,Misschien ontmoet
ik jullie niet meer na dit jaar." Deze vers uit de Koran
werd toen geopenbaard: ,,Vandaag heb ik de godsdienst voor jullie
vervolmaakt..." Ook de Soerat An-nasr werd geopenbaard. Dat
gaf de profeet
het gevoel dat zijn wereldlijk leven voorbij was; daarom werd
deze "hadj" 'afscheidsbedevaart' genoemd. Dit betekende
dat de profeet
afscheid nam van zijn mensen en klaar was om naar zijn Heer te
gaan. In het begin van de maand Safar in het jaar 11 hijri ging
hij
naar Uhud en verrichtte het gebed voor de doden voor hen die als
martelaar gestorven waren bij de Uhud-strijd, als afscheid van
de mensen die al dood waren en de mensen die nog leefden. Daarna
besteeg hij de preekstoel "alminbar" en zei: ,,Ik ben
getuige voor jullie. Bij Allah, ik heb mijn taak hier op aarde
volbracht. En bij Allah, ik vrees niet dat jullie na mijn overlijden
afgodendienaars zullen worden, maar ik ben bang dat jullie gaan
wedijveren in het geloof." Aan het einde van de maand Safar
ging hij naar de begraafplaats Baqie'e Alghardaq, waar hij vergeving
vroeg aan Allah voor de mensen en zei: ,,Wij komen ook naar jullie."
Begin van de ziekte
Op de laatste maandag van de maand Safar heeft de profeet
nog een dodengebed verricht in Albaqie'e. A?sha, moge Allah
met haar tevreden zijn, zei: ,,Hij kwam terug uit Albaqie'e en
op hetzelfde moment kreeg ik hoofdpijn. Ik begon te klagen over
hoofdpijn, waarop hij zei: ,,Ik zou over hoofdpijn moeten klagen
en niet jij."
Dit was het begin van zijn ziekte, maar al was hij ziek, hij
ging toch naar al zijn vrouwen totdat hij heel ernstig ziek werd
tijdens zijn verblijf bij Maymoenah. Hij zei: ,,Waar ben ik morgen,
waar ben ik morgen?" Hij verlangde naar het samenzijn met
A?sha. Zijn vrouwen gaven hem toestemming om te zijn waar
hij wilde. Hij werd slecht ter been en ging, met hulp van Alfadl
Ibn Abbas en Ali Ibn Abutalib naar het huis van A?sha.
Zijn testament en afscheidswoorden
A?sha, moge Allah met haar tevreden zijn, zei: ,,Toen hij mijn
kamer binnenkwam werd zijn pijn erger. Hij zei: ,,Put zeven zakken
water uit een zeer koude bron en giet die over me heen zodat ik
weer zou kunnen lopen en voor de gelovigen kan preken." We
zetten hem in een stenen trog, geleend van Hafsah, en overgoten
hem net zolang met water tot hij ons gebaarde te stoppen. Toen ging
hij weg en verrichtte het gebed met de mensen en hield een preek."
Hij zei: ,,Degenen die er voor jullie waren namen de graven van
hun profeten als moskee. Maak van de graven geen moskee. Ik waarschuw
jullie hiervoor. Allah vervloekt de Christenen en Joden die de
graven van hun profeten als moskee namen. Neem mijn graf niet
als plek om te aanbidden." Hij gaf toestemming om van zijn
leven verhalen te schrijven en adviseerde de mensen goed om te
gaan met Alansar. Hij zei: ,,Allah heeft een dienaar laten kiezen
tussen wat hij heeft van het wereldlijke leven en wat hij bij
Allah heeft. Hij heeft gekozen wat hij bij Allah heeft."
Abu Said Alkhodari zei in dit verband: ,,Abu Bakr heeft gehuild
en zei: "Oh u, voor wie ik mijn vader en moeder als losprijs
had willen geven"." De mensen begrepen toen niet waarom
Abu Bakr dat had gezegd. Abu Said Alkhodari zei verder: ,,De profeet
was degene die mocht kiezen en Abu Bakr was de meest wetende onder
ons." De profeet
droeg toen op om alle deuren van de moskee te sluiten, behalve
die van Abu Bakr. Dit alles speelde zich af op woensdag. Op donderdag
leed de profeet
afschuwelijke pijnen. Hij zei: ,,Kom bij mij, dan zal ik jullie
een boek voorschrijven waardoor jullie nooit zullen dwalen."
Toen zei Omar, moge Allah met hem tevreden zijn: ,,De pijn wordt
nog heviger. Jullie hebben de Koran, zorgen jullie goed voor het
Boek van Allah." De metgezellen verschilden hierover van
mening en toen het meningsverschil zo hoog opliep vroeg hij hen
om te vertrekken.
Die dag benadrukte hij om de Joden, Christenen en de afgodendienaars
van het Arabisch Schiereiland te verwijderen en om een goede verstandhouding
te cre?ren met de delegaties die naar Medina zouden komen
en hen te belonen. Hij maakte het belang van het gebed nadrukkelijk
duidelijk en de goede verzorging van de slavinnen, waarover ze
beschikten. De profeet
zei: ,,Ik heb jullie twee belangrijke zaken achtergelaten en als
jullie je daaraan vasthouden zullen jullie niet dwalen: het Boek
van Allah en mijn traditie "sunnah"."
De verkiezing van Abu Bakr voor het leiden
van het gebed
Ondanks het feit dat de profeet
ernstig ziek was, leidde hij toch steeds het gebed. Maar toen
op die dag de tijdstip voor het avondgebed "i'sha" aanbrak,
reinigde hij zich en viel flauw. Toen hij bijkwam, reinigde hij
zich opnieuw en viel weer flauw. Hij deed dat voor de derde keer
en viel opnieuw flauw. Toen stuurde hij Abu Bakr om het gebed
te verrichten. Abu Bakr leidde die dagen steeds het gebed (het
totaal aantal gebeden, wat hij heeft geleid, was zeventien).
Op zaterdag of zondag voelde de profeet
zich beter en ging met behulp van twee mannen naar de moskee om
het middaggebed te verrichten. Abu Bakr leidde dit gebed, waarbij
de profeet
aan zijn linkerkant stond. Abu Bakr volgde de profeet
in zijn gebed waarbij de mensen Abu Bakr volgden.
De giften van de Profeet
Op zondag heeft de profeet
zijn jonge dienaren vrijgelaten en zeven Dinar als gift gegeven.
Hij gaf zijn wapens aan de moslims en zijn harnas aan een Jood
als onderpand tegen dertig "sa'e" (ongeveer zestig handenvol
volkorenrogge). Toen het avond werd heeft A?sha, moge Allah
met haar tevreden zijn, haar olielamp aan een vrouw gegeven en
vroeg haar wat olie.
Zijn laatste dag in dit leven
Toen het maandag was, de dag dat hij bij A?sha zou zijn en
Abu Bakr met de moslims het ochtendgebed zou verrichten, keek de
profeet
door de gordijnen naar de biddende moslims en glimlachte. Abu Bakr
en de anderen dachten dat de profeet
met hen mee wilde bidden en waren hierdoor zo verheugd dat ze van
het gebed afgeleid werden. Vervolgens gaf de profeet
aan dat ze hun gebed moesten vervolgen en sloot de gordijnen.
Op deze dag of in deze week heeft de profeet
naar Fatima gevraagd en fluisterde haar iets in, waardoor ze begon
te huilen. Daarna fluisterde hij nog iets in haar oor, waardoor
ze begon te lachen. A?sha, moge Allah met haar tevreden zijn,
vroeg haar wat dit was, maar Fatima wilde dit geheim niet prijsgeven.
Nadat de profeet
was gestorven heeft Fatima het aan A?sha verteld. Ze zei
dat hij de eerste keer zei dat hij aan het sterven was ten gevolge
van zijn ziekte. De tweede keer vertelde hij dat zij het eerste
familielid was dat na hem zou sterven. Hij had haar ook blij gemaakt
door haar te vertellen dat zij de beste vrouw van de wereldbewoners
is. Fatima zag hoe moeilijk de profeet
het had. Ze zei: ,,Oh vader, wat moet je lijden." Hij antwoordde:
,,Je vader zal niet meer lijden na deze dag." Toen riep hij
Hassan en Hussein en kuste hen en riep zijn vrouwen.
Daarna begon de pijn steeds heviger te worden. Het gif dat hij
in Khaibar tijdens het eten binnen had gekregen had ook zijn werking
gedaan, waardoor de pijn nog heviger werd.
De profeet
had een doekje op zijn hoofd liggen om de pijn te verzachten en
als hij het benauwd kreeg haalde hij het ervan af. Hij zei: ,,
Allah vervloekt de Christenen en de Joden die de graven als gebedsruimte
nemen. Er zullen geen twee godsdiensten in het land van de Arabieren
blijven." Dit waren de laatste woorden van de profeet
. Hij had herhaaldelijk tegen de mensen gezegd: ,,Het gebed, het
gebed en de slavinnen waarover jullie beschikken."
Het sterven van de Profeet
Toen de tekenen van het sterven zich aan begonnen te dienen,
drukte A?sha de profeet
tegen haar borst aan. De broer van A?sh Abdurrahman had een
"siwak" bij zich. De profeet
keek ernaar waarbij A?sha begreep dat hij het wilde gebruiken.
Ze vroeg hem dit en hij knikte bevestigend. A?sha nam de
"siwak" in haar mond, maakte het zacht en gaf het aan
de profeet
. Hij had een kommetje water en maakte steeds met een klein beetje
water zijn gezicht nat en zei: ,,Er is geen andere god behalve
Allah, de dood heeft indicaties." Toen hief hij zijn hand
op, keek tegelijkertijd naar boven en bewoog zijn lippen.
A?sha probeerde goed te luisteren en hoorde hem zeggen:
,,Ik hoop dat ik bij de mensen zal zijn, die Allah Zijn Gunsten
heeft geschonken, de profeten, de getrouwe gelovigen en de martelaars.
Allah, vergeef mij en wees Barmhartig ." Hij herhaalde dit
drie maal. Hierna verliet zijn ziel zijn lichaam en viel zijn
hand slap naast zijn lichaam. Dit gebeurde op maandag, de twaalfde
dag van de maand Rabi'e I van in het jaar 11 hijri toen de zon
haar hoogste punt bereikte. De profeet
werd drie?nzestig jaar. Allah heeft ons het leven geschonken
en wij zullen tot hem terugkeren.
De radeloosheid van de metgezellen en
de positie van Abu Bakr
Het nieuws van de dood van de profeet
verspreidde zich direct onder de metgezellen. Voor hen hadden
wereldse zaken geen waarde meer en ze raakten in een overspannen
toestand. Er was geen mooiere dag dan de dag dat de profeet
naar Medina kwam en er was geen droevige dag dan de dag dat de
profeet
stierf. De metgezellen huilden van verdriet.
Omar Ibnulkhattab zei in de moskee: ,,De profeet is niet dood
en zal niet doodgaan totdat Allah alle huichelaars heeft vernietigd."
Hij bedreigde de mensen die beweerden dat de profeet
dood was. De metgezellen verbaasden zich over zijn gedrag en waren
radeloos.
Toen de profeet
stierf, was Abu Bakr in zijn huis in Sanh, omdat hij dacht dat
het beter ging met hem. Hij hoorde het nieuws, ging eerst naar
de moskee en sprak met niemand totdat hij naar A?sha's huis
ging. Hij ging direct naar de profeet
ontblootte zijn gezicht en kuste huilend het gezicht van de profeet
. Hij zei: ,,Oh profeet, voor wie ik mijn vader en moeder als
losprijs had willen geven, nu is je levensreis volbracht."
Abu Bakr ging naar buiten en zei: ,,Ga zitten, Omar", maar
Omar weigerde te gehoorzamen. Abu Bakr gaf op en ging naar de
preekstoel. De meeste gelovigen keerden zich van Omar af en schaarden
zich om Abu Bakr die de mensen begon toe te spreken, waarbij hij
heeft gezegd: ,,Er is geen god dan Allah en Mohammed is Zijn boodschapper.
Oh gelovigen, als het Mohammed is die jullie aanbidden, weet dan
dat Mohammed dood is. Maar als het Allah is die jullie aanbidden,
weet dan dat Allah leeft, want Allah is onsterfelijk." Allah
zegt:
"En Mohammed is niet meer dan een boodschapper, voor hem
zijn de boodschappers reeds heengegaan. Als hij dan zou sterven
of gedood worden: waarom zouden jullie je dan op jullie hielen
omdraaien (terugvallen in geloof) En wie zich op zijn hielen zou
omdraaien: het schaadt Allah niet. En Allah zal de dankbaren belonen."
Ibn A'bbas heeft gezegd: ,,Bij Allah, de mensen wisten niet dat
deze vers geopenbaard was, totdat Abu Bakr het reciteerde. De
mensen onthielden deze vers goed en iedereen reciteerde het hierna."
En Omar zei: ,,Bij Allah, nauwelijks had ik Abu Bakr deze verzen
horen voordragen of ik zakte door mijn knie?n, want toen
drong het pas goed tot mij door dat de profeet dood was."
Verkiezing van Abu Bakr tot Kalief
Een belangrijke zaak na de dood van de profeet
was de verkiezing van een opvolger om zijn werk voort te zetten
in de zaken van het land en de mensen. Ali Ibn Abutalib vond zichzelf
de geschikte persoon hiervoor omdat hij een directe bloedverwant
van de profeet
was. Hij kwam samen met Zubir en andere mannen van de stam Beni
Hashim in het huis van Fatima, de mensen van Alansar in het huis
van Beni Sa'idah om een opvolger te benoemen.
De Almoehadjirin kwamen bij elkaar met Abu Bakr en Omar. Abu
Bakr, Omar, Abu U'baydah Ibn Aldjarah en anderen gingen vervolgens
naar het huis van Beni Sa'idah waar een heftige discussie ontstond.
Alansar vonden zich het meest geschikt om een opvolger uit hun
midden te kiezen. Toen zei Abu Bakr: ,,Al het goede wat jullie
genoemd hebben is voor jullie rekening. De Arabieren zullen alleen
iemand van Quraish volgen." Hij nam de hand van Omar en Abu
U'baydah en zei: ,,Jullie hebben mijn goedkeuring om een van deze
twee mannen te kiezen." Alansar zeiden toen: ,,Wij willen
dat een van jullie en een van ons gekozen wordt." Weer ontstond
een heftige discussie. Omar zei tegen Abu Bakr: ,,Steek je hand
uit." Dit deed Abu Bakr waarna Almoehadjirin en Alansar hem
trouw hebben gezworen.
De voorbereiding van de begrafenis van de
Profeet
Op dinsdag hebben Abbas, Ali Alfadl, Qathm, de zonen van Abbas,
Shaqran, Oussama Ibn Zaid en Aws Ibn Khuli de rituele lijkwassing
voor de profeet
verricht, maar zonder hem ontkleed te hebben. Abbas en zijn zonen
draaide het vereerde lichaam van de profeet
steeds om terwijl Oussama en Shaqran het besprenkelden met water.
Ali waste hem en Aws liet het lichaam van de profeet
leunen op zijn borst. Ze wasten hem drie maal met water en het extract
van de lotusbloem. Het water kwam uit de bron van Said Ibn Khaithamah
in Quba'e. Deze bron werd Alghars genoemd en de profeet
dronk altijd uit deze bron. Ze deden hem een doodskleed, bestaande
uit drie stukken aan. Hij
droeg geen onderkleed en een "amamah" (stuk doek dat hij
altijd op zijn hoofd droeg).
Abu Talhah heeft zijn graf gegraven in de plaats waar hij
gestorven is. Hij heeft zijn bed naast het graf geplaatst.
De moslims kwamen naar zijn graf om het gebed te verrichten waarbij
de eerste die het gebed verrichtte zijn familie was, daarna Almoehadjirin,
Alansar, de kinderen en tenslotte de vrouwen. Dit vond plaats op
dinsdag aan het einde van de avond. |