De mensen van Quraish
reageerden woedend op de migratie van de moslims omdat zij in
de gaten hadden dat zij een asielplaats hadden gevonden, waar
zij beschermd en behoed werden. Zij zagen ook dat de bijeenkomsten
van de moslims in Medina een direct gevaar vormden voor hun religie,
handel en hun bestaan. Zij kwamen bijeen in het raadhuis "daar
an-nadwah" op donderdagochtend 26 Safar van het jaar 14 na
het gezantschap, om een plan te maken om dit gevaar te laten verdwijnen;
vooral omdat de verkondiger van deze religie zich nog steeds in
Mekka bevond en hij op elk moment de stad kon verlaten. Bekende
gezichten onder de vooraanstaanden van Quraish waren aanwezig
tijdens deze bijeenkomst. Ook heeft Iblies (de satan) deze bijeenkomst
bijgewoond in de gedaante van een respectabele oude man uit Nadjd
nadat hij hun toestemming daarvoor had gevraagd. De aanwezigen
bespraken de situatie. Abu Al'aswad stelde voor om hem het land
uit te zetten en zich verder niet druk te maken waar hij naar
toe zou gaan.
De oude man uit Nadjd zei: ,,Jullie weten dat hij een goede spreker
is, zich van een aantrekkelijke argumentatie bedient waarmee hij
mannen in de val lokt. Als hij zou vertrekken dan is het denkbaar
dat hij in een andere Arabische streek mensen om zich heen verzamelt
en samen met hen jullie in je eigen land binnenvalt en jullie
als zijn onderdanen probeert te krijgen. Ik zou zeggen bedenk
maar een beter plan". Abul-boehturi reageerde: ,,Wij sluiten
hem op totdat hij de dood vindt, zoals de dichters voor hem".
De oude man uit Nadjd zei: ,,Als jullie hem opsluiten zullen
zijn kameraden erachter komen. Zij stellen hem boven hun eigen
vaders en eigen zonen. Zij zullen jullie aanvallen en samen met
hem zullen zij jullie waarschijnlijk een nederlaag bezorgen. Bedenk
maar een ander plan."
De tiran Abu Djahl heeft toen gezegd: ,,Ik heb een idee dat jullie
nog niet hebben genoemd. Wij nemen vanuit elke stam een vooraanstaande,
sterke jongeman en geven vervolgens ieder van hen een zwaard.
Zij gaan naar hem op zoek en slaan met hun zwaarden tegelijk toe.
Zo vermoorden ze hem. Op deze manier is zijn bloed gelijk verspreid
over alle stammen. De mensen van Beni Abd-Munaf zouden onmogelijk
een oorlog kunnen voeren tegen alle stammen van Quraish en zullen
daarom genoegen nemen met een schadeloosstelling".
De oude man uit Nadjd zei hierop: ,,Wat die man net zei was een
goed doordacht plan. Dat is de mening die wij allen erover zouden
moeten innemen". De aanwezigen stemden daarmee in en gingen
uit elkaar om zich voor te bereiden op de uitvoering van het plan.
De beramingen van Quraish en die van
Allah, de Verhevene
De bovengenoemde bijeenkomst vond plaats in het geheim.
Het dagelijkse leven ging gewoon door en men moest niets kunnen
merken van iets dat ook maar op een eventueel complot zou wijzen.
Niemand mocht het idee krijgen dat er iets niet klopte en dat
er iets gevaarlijks stond te gebeuren. De mensen van Quraish hielden
hiermee rekening maar zij namen het dit keer op tegen Allah, de
Verhevene. Hij was het die hun plannen tot mislukking heeft gebracht,
zonder dat zij het wisten. De engel Jibriel daalde neer bij de
profeet
en bracht hem op de hoogte van hun plannen. Hij gaf hem ook toestemming
te immigreren en bepaalde het tijdstip van vertrek. Ook legde
hij hem alles uit over het tegenplan en zei: "Slaap vannacht
niet in je eigen bed waar je gebruikelijk slaapt".
De profeet
vertrok in de namiddag, zodra de mensen hun dutje namen. Hij ging
naar de woning van Abu Bakr, moge Allah met hem tevreden zijn,
om zich voor te bereiden. Zij maakten de twee dieren klaar voor
het vertrek en huurden Abdullah Ibn Uraiqit Al-laythi in als gids
onderweg; Abdullah was een aanhanger van de religie van Quraish.
Zij spraken met hem af bij de berg Thawr na drie nachten. De profeet
liet verder niks merken en ging gewoon door met zijn dagelijkse
leven zodat de mensen van Quraish niet in de gaten kregen dat
hij zijn vertrek aan het voorbereiden was.
De profeet
had als gewoonte na het avondgebed te slapen en na middernacht
weer op te staan om naar de gewijde moskee te gaan om het tahadjud-gebed
te verrichten. Hij liet die avond Ali in zijn bed slapen en vertelde
hem dat hij niets had te vrezen. Toen de mensen lagen te slapen,
omsingelden de mannen (die het complot zouden uitvoeren) de woning
van de profeet
. Zij zagen Ali in het bed van de profeet bedekt met een deken
en dachten dat het Mohammed
was. Buiten stonden ze te wachten om hem aan te vallen zodra hij
tevoorschijn zou komen. Allah, de Verhevene, zegt in antwoord
hierop:
"En (gedenk) toen degenen die ongelovig
waren, een list tegen jou beraamden om jou vast te binden of jou
te doden of jou te verdrijven. En zij beraamden een list en Allah
maakte een plan. En Allah is de Beste der Beramers" (Surah
8: Ayah 30).
|