Deze toespraak werd gegeven op
de negende dag van Dhu' -hidjdja 10 jaar na de hidjra (emigratie)
in de vallei van de berg 'Arafat te Mekka. Het was ter gelegenheid
van het jaarlijkse ritueel van de Hadj (de bedevaart) die datzelfde
jaar als religieuze verplichting was vastgesteld voor de moslims.
Deze specifieke toespraak, die door de Profeet zelf
werd gegeven voor een menigte van ongeveer 140.000 man, is later
bekend geworden onder de naam Khutbah Hijjah al-Wida', de Afscheidsbedevaart.
Dit omdat de Profeet
niet lang daarna heenging van deze wereld.
Na het prijzen en danken van Allah (s.w.t.), begon de Profeet
met de volgende woorden:
"O mensen! Luister aandachtig naar mij,
daar ik niet weet of ik na dit jaar ooit weer onder jullie zal
zijn. Luister daarom voorzichtig naar wat ik zeg en geef deze
woorden door aan degenen die vandaag niet aanwezig konden zijn"
"O mensen! Net zoals jullie deze
maand (de maand van de Hadj), deze dag (de
negende dag van deze maand) en deze stad
(de stad Mekka) als heilig beschouwen,
net zo zijn de levens en bezittingen van iedere Moslim heilig
goed voor jullie. Geef de goederen die jou zijn toevertrouwd altijd
weer terug aan hun rechtmatige eigenaars! Doe niemand pijn, opdat
niemand jou pijn zal doen. Weet dat jullie je Heer (s.w.t.) zullen
ontmoeten (op de Dag des Oordeels) en
dat Hij jullie zeker zal afrekenen op jullie daden".
"Allah (s.w.t.) heeft jullie verboden
om woekerrente te nemen. Daarom moeten alle vormen van woekerrente
worden vermeden. Jullie kapitaal is aan jullie om te houden. Wees
er niet onredelijk mee. Allah (s.w.t.) heeft geoordeeld dat er
geen woekerrente zal zijn en dat van alle rente die verschuldigd
is aan Abbas ibn 'Adb al Muttalib (oom van de Profeet
)
moet worden afgezien."
"Van welk recht dat voortkomt uit doodslag,
zoals gangbaar in pre?slamitische dagen, zal voortaan van
worden afgezien. Het eerste en dergelijke recht waar ik van afzie
is dat voortkomend uit de moord op Rabbiah ibn al Harithah".
"O mensen! De ongelovige geven zich
over aan het vervalsen van de kalender, opdat zij datgene wat
Allah (s.w.t.) heeft verboden geoorloofd kunnen maken, en te verbieden
wat Allah (s.w.t.) heeft toegestaan. Allah (s.w.t.) heeft de maanden
vastgesteld op twaalf. Vier daarvan zijn heilig, drie van deze
zijn opeenvolgend (komen achter elkaar)
en ??n komt afzonderlijk voor tussen de maanden
Jumadi al-thani en Sha'baan".
"Wees op je hoede voor Shaythaan,
omwille van de veiligheid van jullie religie. Hij heeft alle hoop
verloren dat hij jullie op het verkeerde pad zal kunnen brengen
in de grote zaken (van de islam),
dus pas op hem te volgen in de kleine dingen (van de islam)".
"O mannen! Het is waar dat jullie bepaalde
rechten hebben over jullie vrouwen, maar zij hebben ook rechten
over jullie! Bedenk dat jullie hen als jullie vrouwen hebben genomen,
alleen onder Allah's vertrouwen en met Zijn toestemming. Als zij
zich houden aan hun plicht jegens jullie, dan hebben zij het recht
om te worden gevoed en gekleed met vriendelijkheid. Behandel jullie
vrouwen goed en wees aardig voor hen, want zij zijn jullie partners
en toevertrouwde helpers. En het is jullie recht dat zij geen
vrienden maken met iemand, die jij niet goedkeurt en ook dat zij
nooit onkuis zullen zijn".
"O mensen! Luister naar mij in alle ernst:
aanbid slechts en alleen Allah (s.w.t.), bid vijf keer per dag,
vast tijdens de maand ramadan en betaal uit je bezittingen de
zakaat. Voer tevens de Hadj uit, als jullie daartoe in staat zijn.
"De gehele mensheid stamt af van
Adam ('alaihi asalaam) en Eva ('alaihi asalaam). Dus is een Arabier
niet beter dan een niet-Arabier en een niet-Arabier is op geen
enkele manier beter dan een Arabier. Noch is een blanke beter
dan een zwarte, en een zwarte is niet beter dan een blanke. Alleen
wat betreft vroomheid en het doen van goede daden kan de ene moslim
zich onderscheiden van de ander! Leer dat elke Moslim een broeder
is van een andere Moslim en dat alle moslims bij elkaar een broederschap
vormen. Niets (uit bezittingen) van
de ene moslim is toegestaan aan een andere moslim, tenzij het
vrijwillig gegeven is".
"Doe jezelf daarom geen onrecht aan. En
bedenk dat je op een dag Allah (swt) zult ontmoeten en je zult
je moeten verantwoorden voor jullie daden. Dus pas op! Raak niet
van het rechte pad af nadat ik weg ben".
"O mensen! Geen enkele profeet of
boodschapper zal meer na mij komen en geen enkel nieuw geloof
zal meer worden geboren. Ik laat twee dingen voor jullie achter:
de Koran en mijn Sunnah (Zijn eigen voorbeeld).
Als je deze beiden volgt, zul je nooit
op het verkeerde pad terechtkomen"
"Degenen die naar mij luisteren
(op dit moment), moeten mijn woorden doorgeven
aan anderen, en die anderen weer aan anderen. Mogen de laatste
mijn woorden beter begrijpen dan diegenen die direct
(nu) naar mij luisteren".
"Wees mijn getuige, O Allah, dat ik jouw
boodschap heb meegedeeld aan jouw mensen!".
Als laatste deel van zijn toespraak reciteerde de Profeet
een openbaring van Allah (s.w.t.) op, die hij net had ontvangen
en die de Koran completeerde. Het betrof dus de allerlaatste passage
die werd geopenbaard:
"Heden hebben de ongelovigen aan uw
godsdienst gewanhoopt, vreest heb dus niet en vreest mij (Allah).
Heden heb ik voor u uw godsdienst volmaakt en mijn gunst jegens
u voltooid en de islam voor u als godsdienst gekozen."
(Surah 5, Ayah 3)
Deze toespraak werd op het verzoek van de Profeet ,
zin voor zin herhaalt door Safwan's broer Rabiah (ra), die een
krachtige stem had. Aan het eind van Zijn toespraak vroeg de Profeet
:
"O mensen, heb ik mijn boodschap
juist aan jullie overgedragen? Een krachtige 'Allahuma na'm'
(O Allah, Ja!) rolde als donder
door de vallei. De profeet
hief zijn wijsvinger op en zei: 'Wees mijn
getuige, O Allah (swt), dat ik Jouw Boodschap aan Jouw mensen
heb overgedragen'.
Deze toespraak geldt niet alleen voor toen, maar ook voor nu.
Draag de boodschap over, maar zorg dat men ook de boodschap begrijpt!
Niet voor niks wordt er in de Koran een beroep gedaan op je eigen
verstand. Het is belangrijk dat de boodschap overkomt in de juiste
taal en in de juiste context, zodat er geen misvattingen kunnen
ontstaan. Dus nogmaals:
"O mensen, heb ik mijn boodschap juist
aan jullie overgedragen?" |