Het Artikelen Archief
  De Home pagina De Islam pagina De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) pagina De Koran pagina De Hadith pagina
 
De Afscheidsbedevaart (Khutbah Hijjah al-Wida')

Deze toespraak werd gegeven op de negende dag van Dhu' -hidjdja 10 jaar na de hidjra (emigratie) in de vallei van de berg 'Arafat te Mekka. Het was ter gelegenheid van het jaarlijkse ritueel van de Hadj (de bedevaart) die datzelfde jaar als religieuze verplichting was vastgesteld voor de moslims. Deze specifieke toespraak, die door de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalamzelf werd gegeven voor een menigte van ongeveer 140.000 man, is later bekend geworden onder de naam Khutbah Hijjah al-Wida', de Afscheidsbedevaart. Dit omdat de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam niet lang daarna heenging van deze wereld.

Na het prijzen en danken van Allah (s.w.t.), begon de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam met de volgende woorden:

"O mensen! Luister aandachtig naar mij, daar ik niet weet of ik na dit jaar ooit weer onder jullie zal zijn. Luister daarom voorzichtig naar wat ik zeg en geef deze woorden door aan degenen die vandaag niet aanwezig konden zijn"

"O mensen! Net zoals jullie deze maand (de maand van de Hadj), deze dag (de negende dag van deze maand) en deze stad (de stad Mekka) als heilig beschouwen, net zo zijn de levens en bezittingen van iedere Moslim heilig goed voor jullie. Geef de goederen die jou zijn toevertrouwd altijd weer terug aan hun rechtmatige eigenaars! Doe niemand pijn, opdat niemand jou pijn zal doen. Weet dat jullie je Heer (s.w.t.) zullen ontmoeten (op de Dag des Oordeels) en dat Hij jullie zeker zal afrekenen op jullie daden".

"Allah (s.w.t.) heeft jullie verboden om woekerrente te nemen. Daarom moeten alle vormen van woekerrente worden vermeden. Jullie kapitaal is aan jullie om te houden. Wees er niet onredelijk mee. Allah (s.w.t.) heeft geoordeeld dat er geen woekerrente zal zijn en dat van alle rente die verschuldigd is aan Abbas ibn 'Adb al Muttalib (oom van de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam) moet worden afgezien."

"Van welk recht dat voortkomt uit doodslag, zoals gangbaar in pre?slamitische dagen, zal voortaan van worden afgezien. Het eerste en dergelijke recht waar ik van afzie is dat voortkomend uit de moord op Rabbiah ibn al Harithah".

"O mensen! De ongelovige geven zich over aan het vervalsen van de kalender, opdat zij datgene wat Allah (s.w.t.) heeft verboden geoorloofd kunnen maken, en te verbieden wat Allah (s.w.t.) heeft toegestaan. Allah (s.w.t.) heeft de maanden vastgesteld op twaalf. Vier daarvan zijn heilig, drie van deze zijn opeenvolgend (komen achter elkaar) en ??n komt afzonderlijk voor tussen de maanden Jumadi al-thani en Sha'baan".

"Wees op je hoede voor Shaythaan, omwille van de veiligheid van jullie religie. Hij heeft alle hoop verloren dat hij jullie op het verkeerde pad zal kunnen brengen in de grote zaken (van de islam), dus pas op hem te volgen in de kleine dingen (van de islam)".

"O mannen! Het is waar dat jullie bepaalde rechten hebben over jullie vrouwen, maar zij hebben ook rechten over jullie! Bedenk dat jullie hen als jullie vrouwen hebben genomen, alleen onder Allah's vertrouwen en met Zijn toestemming. Als zij zich houden aan hun plicht jegens jullie, dan hebben zij het recht om te worden gevoed en gekleed met vriendelijkheid. Behandel jullie vrouwen goed en wees aardig voor hen, want zij zijn jullie partners en toevertrouwde helpers. En het is jullie recht dat zij geen vrienden maken met iemand, die jij niet goedkeurt en ook dat zij nooit onkuis zullen zijn".

"O mensen! Luister naar mij in alle ernst: aanbid slechts en alleen Allah (s.w.t.), bid vijf keer per dag, vast tijdens de maand ramadan en betaal uit je bezittingen de zakaat. Voer tevens de Hadj uit, als jullie daartoe in staat zijn.

"De gehele mensheid stamt af van Adam ('alaihi asalaam) en Eva ('alaihi asalaam). Dus is een Arabier niet beter dan een niet-Arabier en een niet-Arabier is op geen enkele manier beter dan een Arabier. Noch is een blanke beter dan een zwarte, en een zwarte is niet beter dan een blanke. Alleen wat betreft vroomheid en het doen van goede daden kan de ene moslim zich onderscheiden van de ander! Leer dat elke Moslim een broeder is van een andere Moslim en dat alle moslims bij elkaar een broederschap vormen. Niets (uit bezittingen) van de ene moslim is toegestaan aan een andere moslim, tenzij het vrijwillig gegeven is".

"Doe jezelf daarom geen onrecht aan. En bedenk dat je op een dag Allah (swt) zult ontmoeten en je zult je moeten verantwoorden voor jullie daden. Dus pas op! Raak niet van het rechte pad af nadat ik weg ben".

"O mensen! Geen enkele profeet of boodschapper zal meer na mij komen en geen enkel nieuw geloof zal meer worden geboren. Ik laat twee dingen voor jullie achter: de Koran en mijn Sunnah (Zijn Sallalahu 'alaihi wasalam eigen voorbeeld). Als je deze beiden volgt, zul je nooit op het verkeerde pad terechtkomen"

"Degenen die naar mij luisteren (op dit moment), moeten mijn woorden doorgeven aan anderen, en die anderen weer aan anderen. Mogen de laatste mijn woorden beter begrijpen dan diegenen die direct (nu) naar mij luisteren".

"Wees mijn getuige, O Allah, dat ik jouw boodschap heb meegedeeld aan jouw mensen!".

Als laatste deel van zijn toespraak reciteerde de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam een openbaring van Allah (s.w.t.) op, die hij net had ontvangen en die de Koran completeerde. Het betrof dus de allerlaatste passage die werd geopenbaard:

"Heden hebben de ongelovigen aan uw godsdienst gewanhoopt, vreest heb dus niet en vreest mij (Allah). Heden heb ik voor u uw godsdienst volmaakt en mijn gunst jegens u voltooid en de islam voor u als godsdienst gekozen." (Surah 5, Ayah 3)

Deze toespraak werd op het verzoek van de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam, zin voor zin herhaalt door Safwan's broer Rabiah (ra), die een krachtige stem had. Aan het eind van Zijn toespraak vroeg de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam:

"O mensen, heb ik mijn boodschap juist aan jullie overgedragen? Een krachtige 'Allahuma na'm' (O Allah, Ja!) rolde als donder door de vallei. De profeet Sallalahu 'alaihi wasalam hief zijn wijsvinger op en zei: 'Wees mijn getuige, O Allah (swt), dat ik Jouw Boodschap aan Jouw mensen heb overgedragen'.

Deze toespraak geldt niet alleen voor toen, maar ook voor nu. Draag de boodschap over, maar zorg dat men ook de boodschap begrijpt! Niet voor niks wordt er in de Koran een beroep gedaan op je eigen verstand. Het is belangrijk dat de boodschap overkomt in de juiste taal en in de juiste context, zodat er geen misvattingen kunnen ontstaan. Dus nogmaals:

"O mensen, heb ik mijn boodschap juist aan jullie overgedragen?"


naar boven
Naar boven
Printbare versie

Print dit artikel



Moge Allah mij vergeven wanneer ik fouten heb gemaakt en Allah weet het beste!
Risallah.com, Juni 2004